Paragrafen

Financiering

De paragraaf 'financiering' heeft betrekking op de gemeentelijke financieringsfunctie (treasuryfunctie). De financieringsfunctie zorgt ervoor dat er voldoende middelen beschikbaar zijn zodat de gemeente aan al haar financiële verplichtingen kan voldoen. Hiervoor worden indien nodig kortlopende en langlopende leningen aangetrokken. Onder de financieringsfunctie valt ook het verstrekken van leningen, garanties en het beheersen van financiële risico's.

Beleidsvoornemens risicobeheer van de financieringsportefeuille

Om de financiële risico's zo goed mogelijk te beheersen, is het belangrijk om aandacht te schenken aan de kwalitatieve ontwikkeling van de treasuryfunctie. Als gevolg van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) worden door gemeenten een 2-tal instrumenten toegepast:

  1. Treasurystatuut;
  2. Paragraaf financiering.

Treasurystatuut

Hierin wordt een nadere invulling gegeven aan het wettelijk kader. Het statuut bevat de beleidsuitgangspunten voor het uitvoeren van de treasuryfunctie.
De volgende regelgeving heeft betrekking op de financieringsfunctie van de gemeente:

  • Wet financiering decentrale overheden (Wet fido).
  • Ministeriële regeling ‘Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden’ (Ruddo).
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
  • Regeling schatkistbankieren decentrale overheden.

Paragraaf financiering

Deze paragraaf wordt opgenomen in zowel de begroting als de rekening en biedt hiermee informatie over de uitvoering van treasurytaken.

Het Rijk heeft de kasgeldlimiet, renterisiconorm en een drempelbedrag schatkistbankieren ingesteld om financiële risico’s in te perken die te maken hebben met herfinanciering van leningen. Deze drie elementen lichten wij in de volgende alinea's nader toe.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet geeft aan wat het maximale bedrag is dat onze gemeente aan korte financieringsmiddelen (looptijd < 1 jaar) mag aantrekken. De kasgeldlimiet 2023 bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal, dus 8,5% van ±€ 69,0 miljoen is ±€ 5,9 miljoen.

Kortdurende overschrijdingen zijn toegestaan. Echter zodra in drie opeenvolgende kwartalen een overschrijding ontstaat, moeten wij tijdig een verbeterplan presenteren aan de provincie als toezichthouder.
In 2023 is de kasgeldlimiet in geen enkel kwartaal overschreden.

Renterisiconorm

De renterisiconorm geeft aan welk deel van de langlopende geldleningen afgelost mag worden. De renterisiconorm 2023 bedraagt 20% van het begrotingstotaal, dus 20% van ±€ 69,0 miljoen is ±€ 13,8 miljoen.

In 2023 hebben wij een bedrag van ±€ 4,1 miljoen afgelost en hierdoor is de renterisiconorm niet overschreden.

Drempelbedrag schatkistbankieren

Het drempelbedrag schatkistbankieren 2023 bedraagt 2% van het begrotingstotaal, dus 2% van ±€ 69,0 miljoen is ±€ 1,4 miljoen.
Het drempelbedrag schatkistbankieren is in geen enkel kwartaal in 2023 overschreden.

Rentelasten, renteresultaat & verdeling rentekosten

In onderstaande tabel presenteren wij de rentekosten en de doorbelasting daarvan. In het overzicht hebben wij zowel de begrote verdeling als de werkelijke verdeling opgenomen.

bedragen x € 1.000

Begroting 2023

Rekening 2023

Rente lasten

omvang

tarief

rentelast

rentelast

Financieringstekort

103

1,00%

1

2

Vaste geldleningen

17.354

div.

209

220

Waarborgsommen

0

0

Voorzieningen (obv contante waarde)

2.270

3,00%

68

61

Rente baten

omvang

tarief

rentebaat

rentebaat

Kasgeldleningen/rekeningcourant Hoge Regt

29

329

Vaste geldleningen

0

12

Rente doorbelasting

door te belasten rente

door te belasten rente

Rente lasten

278

283

Rente baten

29

341

Doorbelasting:

Rente naar taakvelden (staat activa)

56.448

0,38%

215

-110

Rente naar grondexploitatie

7.587

0,44%

33

53

Totaal doorbelaste rente

248

-57

Renteresultaat taakveld Treasury

-1

1

Wijze waarop rente wordt toegerekend:
De verdeling van de rentekosten over de verschillende onderdelen zoals hierboven in de tabel in beeld is gebracht, is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • Voor de rentetoerekening aan de activa passen wij een vast rentepercentage toe (conform ‘Financiële verordening gemeente Laarbeek 2023’). Bij het bepalen van de hoogte van het percentage is een renteomslag berekening gemaakt. Het tarief 2023 bedroeg bij de begroting +/+0,38%. Nacalculatie laat een percentage zien van -/-0,21%. Aangezien de afwijking van de rentelasten (begroting versus werkelijk) meer is geweest dan 25% is in de jaarrekening het nacalculatorische percentage van -/-0,21% toegepast.
  • Met betrekking tot de rentetoerekening over de boekwaarden bij de grondexploitatie hebben wij het rentepercentage conform de begroting 2023 gehanteerd ter grootte van 0,44% (betreft het gewogen gemiddelde rentepercentage voor de grondexploitaties). Dit aangezien de nacalculatie een tarief laat zien van 0,39% hetgeen minder afwijkt dan de toegestane 0,50%.
  • Over de reserves en voorzieningen (=interne financieringsmiddelen) rekenen wij géén rente toe, behoudens één voorziening die gewaardeerd is tegen contante waarde. Bij deze voorziening passen wij een rentedotatie toe van jaarlijks 3%. Het betreft de voorziening ‘ Pensioen- en wachtgeldverplichtingen voormalige bestuurders ’.
  • Bij de bepaling van het begrote financieringstekort of -overschot hebben wij een rentepercentage van 1% gehanteerd.

Financieringsbehoefte

In de programmabegroting 2023 is aandacht besteed aan de financieringsbehoefte van onze gemeente. Aangegeven werd dat vaker aandacht besteed zou worden aan het samenstellen van de liquiditeitsbegroting om de financieringsbehoefte beter in beeld te krijgen. In het dienstjaar 2023 is geen directe noodzaak geweest tot het aantrekken van vaste financieringsmiddelen (looptijd > 1 jaar). Ook zijn in 2023 geen kasgeldleningen (looptijd < 1 jaar) aangetrokken. Het is niet direct noodzakelijk gebleken om een uitgebreide liquiditeitsbegroting samen te stellen.

Deze pagina is gebouwd op 07/05/2024 15:13:54 met de export van 07/05/2024 14:58:16