Kengetallen
In het streven naar meer transparantie, verbetering van het inzicht in de financiële positie en voor de vergelijking met andere gemeenten worden zowel in de begroting als jaarrekening een set van financiële kengetallen opgenomen. Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of balans. De kengetallen zijn het uitgangspunt voor de beoordeling van de financiële positie van onze gemeente.
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art.11 lid 2d) bepaalt dat gemeenten een set van vijf financiële kengetallen moeten opnemen in deze paragraaf.
De op te nemen kengetallen zijn: schuldquota leningen, solvabiliteitsratio, grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit.
Signaleringswaarden
De provincie hanteert, voor het verkrijgen van een goed en uniform beeld, signaleringswaarden die afkomstig zijn uit de stresstest voor 100.000+ gemeenten. Daarbij moet benadrukt worden dat door de provincie aan deze categorieën geen kwalificatie is gegeven, omdat normering in eerste instantie aan de gemeente zelf is. Wij hebben geen eigen normering bepaald en hanteren hiervoor de onderstaande tabel.
In de tabel hieronder is te zien tot welke signaleringswaarden gehanteerd worden en in welke categorie (A, B of C) deze vallen.
Kengetal | Categorie A | Categorie B | Categorie C | |
---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | a. zonder correctie doorgeleende gelden | <90% | 90-130% | >130% |
b. met correctie doorgeleende gelden | <90% | 90-130% | >130% | |
Solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% | |
Grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% | |
Structurele exploitatieruimte | Begroting > 0% | Begroting 0% | Begroting < 0% | |
Belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
Uitkomsten Laarbeek
In onderstaande tabel zijn de uitkomsten voor onze gemeente afgezet tegen de signaleringswaarden zoals de provincie die hanteert. Cellen zijn groen als onze gemeente in categorie A valt (minst risicovol), blauw voor categorie B en oranje bij categorie C (meest risicovol). Onderaan deze paragraaf wordt een relatie gelegd tussen de kengetallen en worden opvallende zaken toegelicht.
Kengetal | Rekening | Begroting | Rekening |
---|---|---|---|
Netto schuldquote | 3% | 19% | -8% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 3% | 19% | -8% |
Solvabiliteitsratio | 62% | 57% | 61% |
Grondexploitatie | 26% | 16% | 15% |
Structurele exploitatieruimte | 17% | 2% | 5% |
Belastingcapaciteit | 88% | 90% | 86% |
Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Waar is het voor?
Deze indicatoren brengen in beeld in hoeverre de nettoschulden zich verhouden tot de totale baten (inkomsten) van de gemeente. Hoe hoger het percentage, hoe meer externe financiering de gemeente heeft aangetrokken om de activiteiten (investeringen) te financieren. Hoe lager het percentage is, hoe gunstiger de financiële positie.
Hoe werkt het?
De netto schuldquote wordt volgens een vaste formule berekend:
De netto schuldquote = (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%
A Vaste schulden (cf. art. 46 BBV)
B Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV)
C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV)
D Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f BBV)
E Uitzettingen < 1 jaar (cf. art. 39 BBV)
F Liquide middelen (cf art. 40 BBV)
G Overlopende activa (cf. art. 40a BBV)
H Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV (dus excl. mutaties reserves))
De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen (zie artikel 36, onderdelen b en c, van het BBV).
Toelichting op ratio ontwikkeling
De twee kengetallen zijn positiever geworden. De schulden zijn gedaald en de activa gestegen. Daarnaast zijn de totale baten toegenomen, waardoor de schulden ten opzichte van de totale baten lager zijn en hierdoor is de ratio verbeterd.
Solvabiliteitsratio
Waar is het voor?
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om op de lange termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Met andere woorden: of ze alles kan betalen en of er voldoende geld beschikbaar is.
Hoe lager de solvabiliteit, hoe minder eigen vermogen de organisatie heeft om eventuele tegenvallers op te vangen of om te investeren.
Hoe werkt het?
Het eigen vermogen van een gemeente bestaat uit de reserves: zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves. Ook het resultaat uit het overzicht van baten en lasten (het rekeningresultaat) is hier onderdeel van.
A Eigen vermogen (volgens artikel 42 BBV)
B Balanstotaal
Solvabiliteit (A/B) x 100%.
Toelichting op ratio ontwikkeling
Het kengetal heeft zich licht positief ontwikkeld ten opzichte van begroting en jaarrekening 2022. De solvabiliteitsratio valt in categorie A. Dit komt vooral door een hoger eigen vermogen en positief rekeningresultaat in 2023. Hierdoor is het eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal verbeterd.
Grondexploitatie
Waar is het voor?
De grondexploitatie kan een hoge impact hebben op de financiële positie van de gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstig) woningbouwproject hebben wij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Wanneer de grond tegen de prijs van landbouwgrond is aangekocht, loopt een gemeente relatief gering risico. Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld.
Hoe werkt het?
Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten (ingevolge artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage.
Als een formule:
A Niet in exploitatie genomen gronden
B Bouwgrond in exploitatie
C Totale baten
De grondexploitatie ((A+B)/E) x 100%
Toelichting op ratio ontwikkeling
Het kengetal ontwikkelt zich positief ten opzichte van vorig jaar en ten opzichte van de begroting. De waarde van de niet in exploitatie genomen gronden is licht toegenomen, maar de bouwgronden in exploitatie zijn afgenomen (minder onderhanden werk). Daarnaast wordt de verbetering voornamelijk bereikt door de hogere totale baten ten opzichte van vorig jaar en de begroting.
Structurele exploitatieruimte
Waar is het voor?
Een begroting waarvan de vaste inkomsten en de vaste uitgaven over meerdere jaren niet veranderen en ongeveer even hoog zijn, is evenwichtiger en zekerder dan een begroting waarin de inkomsten en uitgaven per jaar in hoogte en aard verschillen. Bijvoorbeeld doordat er in het ene jaar inkomsten uit een verkoop zijn en er het jaar daarna niet. Dan is de begroting door de jaren heen afhankelijk van verschillende éénmalige zaken en daarmee zijn er meer onzekerheden.
Dit kengetal geeft aan welke structurele exploitatieruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen.
Hoe werkt het?
Om het structurele exploitatieoverschot te kunnen berekenen, wordt gekeken naar het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves en deze worden vergeleken met (gedeeld door) de totale baten (zie artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage.
Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. Over het algemeen geldt dus als richtlijn: hoe hoger het kengetal structurele exploitatieruimte, hoe gunstiger dit is voor de gemeente. Als streefwaarde geldt voor onze gemeente voor dit kengetal een waarde >=0.
Als een formule:
A Totale structurele lasten
B Totale structurele baten
C Totale structurele toevoegingen aan de reserves
D Totale structurele onttrekkingen aan de reserves
E Totale baten
De structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/(E) x 100%
Toelichting op ratio ontwikkeling
De structurele exploitatieruimte laat bij de jaarrekening een positief resultaat zien van 5%. Deze ratio ligt daarmee boven hetgeen bij de begroting werd verwacht (2%) als ook boven de streefwaarde van >=0%. De verbetering van de ratio ten opzichte van de begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door het positieve rekeningresultaat, stijging van de baten en lagere structurele onttrekking aan reserves dan begroot.
Belastingcapaciteit
Waar is het voor?
Deze indicator geeft inzicht in de hoogte van de woonlasten (belastingdruk) in onze gemeente die vergeleken wordt met het landelijke gemiddelde. Zo kan vergeleken worden met eerdere jaren en andere gemeenten. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het is de bevoegdheid van uw raad met welke omvang de belastingen worden verhoogd.
Hoe werkt het?
Onder de woonlasten wordt verstaan het totaal van:
- OZB;
- rioolheffing;
- reinigingsheffing.
Hiervoor wordt een referentiewoning gekozen met een gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 in en uit te drukken in een percentage.
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
B Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
C Afvalstoffenheffing voor een gezin
D Eventuele heffingskorting
E Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D)
F Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1. Het Coelo publiceert ieder jaar deze lasten in de Atlas van de lokale lasten.
Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden t.o.v. landelijke gemiddelde (E/F) x 100%.
Toelichting op de ratio ontwikkeling
De uitkomst van de berekening van dit kengetal is verbeterd ten opzichte van 2022 en ten opzichte van de begroting. Deze daling (verbetering) wordt voornamelijk veroorzaakt door de lagere OZB-lasten ten opzichte van begroot. OZB en rioolheffing zijn wel hoger ten opzichte van vorig jaar. Echter de stijging van de landelijk gemiddelde woonlasten is sterker dan de gestegen lasten in onze gemeente waardoor de ratio (belastingcapaciteit) verbeterd is.
Het kengetal bedraagt 86%. Hiermee kan geconcludeerd worden dat een gezin met een woning met gemiddelde WOZ-waarde in onze gemeente in 2023 lagere woonlasten heeft dan het landelijk gemiddelde.